Xterra World Championships 2016

De dagen voorafgaand aan de Xterra World Championship in Maui/Hawaii beloofden weinig goeds. Het is altijd spannend in een tropisch klimaat: niet of er regen valt, maar wanneer en hoeveel. En dat was deze keer veel gedurende de nachten voorafgaand aan de wedstrijd: tropische regenbuien, waarbij het water wordt uitgestort over de aarde. En niet alleen regen speelde een rol. Ook de wind was dominant aanwezig. De dagen voor de wedstrijd was er een windwaarschuwing: de wind stond pal op de kust en kon zo een aanloop nemen van enkele duizenden kilometers. En de golven kregen zo de kans om met een flinke klap op het zandstrand uit te komen.

We staan om 8.45 uur klaar voor de zegeningen van Clifford Nae’ole en het Amerikaanse volkslied. Ik sta er een meter of vijftig van af, maar door de harde wind is er niets te horen van zegening of lied. En ik word afgeleid door de regen die voorzichtig begint neer te dalen op de ruim 800 atleten. Enige voordeel van een regenbui: een aangename temperatuur zonder brandende zon. Maar misschien zijn de Hawaii’se weergoden ons toch goed gezind als om 9.00 uur de regen ophoudt en de pro’s van start gaan, worstelend door, over en in de branding, waar de hoge brekende golven elkaar snel opvolgen. Twaalf minuten later is het mijn beurt, als vijfde startwave mannen van 50+, een groep van zo’n 150 atleten, met alleen de vrouwen nog achter ons.

Ik heb bij de vorige startwaves al kunnen zien dat er meerdere atleten zijn die niet door de branding heen komen. Sommige keren zelfs onverrichter zaken terug om niet te starten. Zelfs de toppers onder de pro’s hebben het zwaar. Flora Duffy: “It was brutal out there today. Mother Nature just wasn’t playing kind. The surf, the wave was huge, the biggest I’ve ever seen”.

xterra-worlds-swimstart-1Opgegroeid aan de zee zal mij dat niet overkomen. Ik duik als een vis onder golven door en kom na een meter of honderd aan een regelmatige slag toe. Ik weet van vorige jaren dat navigeren op de boeien geen zin heeft. Daarvoor zit er teveel beweging in de zee. Maar deze keer is er nog minder houvast. Het zwemmen gaat over een parcours van bergen en dalen, waarbij de toppen voorbij zijn voor je het weet en je in de dalen alleen water om je heen ziet. Bovendien is er een sterke dwarsstroming die je buitengaats te pakken neemt en bijna iedereen flink van koers afbrengt.

Ook de mannen pro’s hebben het moeilijk. Josiah Middaugh, de wereldkampioen van 2015: “I was so disoriented in the swim that I was sighting all the time …. I had like a motion sickness in the water”. En Lesley Patterson, de latere nummer twee bij de vrouwen: “I had a pretty big panic attack through that, it was awful. You’re standing at the edge seeing these big waves and you think “Oh my God,” you know. And it was brutal, really brutal”. En dan ben je nog niet terug op het strand: met grote golven achter je, die je in de branding in je kraag grijpen en op het strand smijten. Overgeleverd aan de zee, zo voelt het. Niets aan te doen.

Eenmaal weer met vaste grond onder voeten (na een tweede lus, waarbij we nog een keer terug de zee in moeten) is de volgende etappe een 32 kilometer lange beklimming en afdaling van de vulkaan in de ‘achtertuin’ van het Carlton-Ritz. Mijn zoon Quirijn heeft naar boven kunnen fietsen in de eerste 9 kilometer. Die kan ik niet navertellen. Met zo’n vijfhonderd atleten voor me is het parcours op het lagere deel van de vulkaan (de ‘lower bowl’) verandert in de spekgladde modderglijbaan waar ik, en met mij alle andere atleten, niet anders dan glibberend en glijdend tegenaan kunnen lopen. Afgewisseld met vlakkere stukken waar je wat vaart kan maken. Heb ik na het zwemmen nog enige ambitie, met het fietsen zet ik die in de koelkast.

xterra-worlds-bike-lower-bowl-1Is de ‘lower bowl’ alleen maar glibberig en glad, de ‘upper bowl’ is alles wat je niet wenst. Dat is ook het deel waar mijn ambitie de vrieskist ingaat. De modder wordt steeds dieper en verandert hoger in een stevige kleiachtige substantie met hoge kleefkracht.

Na 9 kilometer zijn we aan het einde van de eerste beklimming gekomen. Een kort hellinkje. Voor me glijden atleten op een spekgladde modderbaan naar beneden. Veel gevloek en getier. Ik surf glijdend (of glij surfend) op mijn schoenen met m’n fiets als steun naar beneden en vermijd een eerste valpartij. Daarna is het een paar honderd meter vlak en dan eindelijk: de eerste afdaling. Vaart maken en m’n gemiddelde van 7 kilometer per uur opvijzelen.

Na een korte scherpe bocht kan ik een kleine kilometer voor me uitkijken. Een verbijsterend schouwspel ontvouwt zich voor me: een kleine vijftig atleten staan verspreid over de helling stil! Niemand rijdt. Het kapotgereden parcours wordt hier als een akker waar net de ploeg doorheen is gehaald en waar de klei overal aan blijft kleven. Eerst aan je banden, die vervolgens de klei weer doorgeven aan voorvork en achterbrug. Na elke 50 meter zitten je wielen zo onder de klei, dat er geen beweging meer zit in de wielen. Je moet de klei met je handen van je fiets ‘af graven’. En ik ben niet de enige. Sam Osborne: “It was so tough. I just can’t believe that we rode through that course today. It just took so much power out there. A lot of the time, the back wheel didn’t do much. I think it was just trying to pick your line and keep rolling with it”. Behalve dan de vooruitziende atleten die zo smal mogelijke banden op hun fiets hadden gezet. Ik kwam in elk geval niet goed weg met mijn 2,2” brede banden met veel profiel. Een fout die me niet meer zal overkomen. Mentaal is dit achteraf het zwaarste stuk: ik denk aan uitstappen, maar nergens is een uitweg, een afslag, een mooi asfalt pad.

Na de zwaarste daalkilometers van mijn leven wordt het een volgende duw- en trektocht naar boven voor de tweede beklimming naar het hoogste punt van het parcours. Weer lopen we in een lange stroom atleten grote stukken. Iedereen probeert op zijn of haar manier zich erdoorheen te worstelen. Fiets met één hand achter je aanslepen, fiets op je rug, onder je arm, zonder fiets …. Hoe lichter de atleet, hoe groter de relatieve last die naar boven moet worden gesleept. Mijn fiets is met de klei niet te tillen, zelfs het optillen van het achterwiel kost al moeite. Er zijn steeds meer atleten die niet verder kunnen of willen. Sommige verdwaasd zittend naast het parcours. Anderen met onstuitbare huilbuien die verder geen hulp willen. Het is een slagveld waar ondertussen de brandende zon achter de wolken tevoorschijn is gekomen.

Josiah Middaugh: “You were battling the conditions, the bike is packed up with mud, I had to stop and pull stuff out. And then I threw my chain into my spokes, twice, and it took me a minute to get the chain out. The derailleur just stopped working at some point and I had a couple of gears to choose from. It was just a battle all day. I was happy I was able to stay in it, keep working up, but I knew I was losing gobs of time at the front of the race”. Ik ervaar hetzelfde, gelukkig. En ook voor mij is de kop van de race ver uit zicht. Halverwege het fietsen ben ik al twee uur onderweg, mijn gemiddelde snelheid is verder gedaald, onder de 7 kilometer per uur! Vorig jaar was ik rond die tijd al weer terug in de transitiezone.

Op het hoogste punt aangekomen haal ik adem en kijk naar de oceaan diep onder me. Ik weet dat er nog een pittige klim komt, maar eerst dalen. Vanaf dit punt gaat het door suikerrietvelden. Genoeg ruimte voor de zon om het parcours op te warmen. Hier en daar staan nog vrijwilligers te waarschuwen voor gladde stukken, maar het grootste deel van de afdeling gaat snel en makkelijk. Een opluchting. Ik heb elke ambitie voor een eindtijd opgegeven en neem bij de verversingsposten de tijd om even een praatje te maken. Wat begint als een zware beproeving lijkt zo over te gaan in een plezierritje. Ook de laatste 5 kilometer in de ‘lower bowl’ gaan vrij makkelijk. Het meest technische stuk van het parcours, maar grotendeels opgedroogd, is nu een feest.

Bij de transitie hoor ik dat de cut off time na het fietsen is opgerekt met anderhalf uur. Na afloop blijkt dat er helemaal geen tijdslimiet meer is aangehouden. Onder de modder en klei start ik met het lopen. De eerste drie kilometer zijn gelijk aan het fietsparcours, maar onherkenbaar veranderd: het parcours ligt er droog bij en het lopen gaat makkelijk. Geen glibber- en glijpartijen meer. Ik loop ontspannen naar boven, haak bij de afdaling aan bij een snelle loopster en kan eindelijk een beetje genieten van de dag en de wedstrijd. Onderweg kom ik Stef Oud tegen, die ook weet dat een toptijd er niet meer inzit.

xterra-worlds-run-1Op het strand, waar ik ruim vijfeneenhalf uur (!) eerder startte, staat nog steeds publiek om elke atleet aan te moedigen. Voor de atleten die nog wel streden om een topnotering, was het lopen een uitputtingsslag. Ben Allen, derde tijdens dit WK: “On the last two or three K, I was just stinging, my whole body was just aching. I was praying that no one was behind me. The bike course really took its toll, the mud was so tough and grueling. It’s probably one of the toughest races I’ve done in my XTERRA career, and I’m just proud to get on the podium and finish with a solid result”.

xterra-worlds-run-beach-1Bij de finish een koude handdoek, want de temperatuur is ondertussen weer opgelopen tot ruim boven de dertig graden. Voor mij was dit de langste offroad triathlon ooit. Een bizarre triathlon bovendien. Kilometers je fiets tegen een berg op duwen, terwijl je bij elke stap wegglijdt, is een andere tak van sport wat mij betreft. Alleen de winnaars ervaren zo’n race anders. Mauricio Mendez: “I had all the momentum from my life, I felt amazing. I saw Ruben and I just attacked, and was able to sustain it through the finish”. En Flora Duffy: “I was just glad to get off the bike safe and sound. I felt strong today, so thank goodness”. De nummer 1 is eigenlijk nooit echt moe. En dat is ook te zien op de foto van Quirijn met Mauricio Mendez kort na zijn finish.

Mauricio Mendez en Quirijn

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.